Het was de bedoeling geweest om ook deze nieuwsbrief automatisch te versturen zodat iedereen ‘m stipt om 07:00 in de mailbox kon ontvangen. Dat gaat heel makkelijk. In de opmaakpagina van Substack kan ik, nadat ik mijn verhaal heb getypt, op het knopje ‘continue’ klikken en dan krijg ik de optie om de nieuwsbrief meteen live te zetten of om de livegang in te plannen op een ander tijdstip - vrijdag 07:00 dus.
Easy peasy, lemon squeezy. Ja toch? Ware het niet dat het meest essentiële onderdeel van dit proces ontbrak. De nieuwsbrief zelf. Als je niks te vertellen hebt, heeft het ook geen zin om er iets uit te sturen. Daarom dus geen notificatie op je telefoon deze ochtend die je erop attendeerde dat je favoriete melancholische millennial weer een knaller van een publicatie het wereld wijde web op had geslingerd. Aan gebrek aan inspanning heeft het niet gelegen.
Ik had in grote lijnen wel een thema waar ik over wilde schrijven. De eerste conceptuele gedachten gingen over de eerste keer een nachtje weg gaan met z’n tweetjes als kersverse ouders. Vorige week waren we namelijk naar Antwerpen en hadden we R. bij mijn moeder achtergelaten. Bij het afscheid stonden M. en ik buiten op de stoep voor het raam. Aan de andere kant van het glas hield oma R. in haar armen, die op haar beurt vol enthousiasme zwaaide met beide armen - we denken dat het opzettelijk zwaaien was - en met open mond en fijngeknepen oogjes naar ons lachte. Wij zwaaide weemoedig terug en toverde met moeite een glimlach op ons gezicht en liepen snel de straat uit met het hart in onze keel. Hoe konden we ons kindje zo achterlaten? ‘Het is goed voor jullie om dit even samen te doen’ was de mantra die we het hele weekend zouden herhalen. En zo stapten we op de trein naar Antwerpen. Voor het eerst in acht maanden weer met z’n tweetjes.
Daar zat vast een verhaal in. Maar ik kreeg ‘m niet uit m’n vingers. Antwerpen was leuk en natuurlijk waren we bekaf. Net zoals je ziek wordt op vakantie omdat je lichaam dan pas de rust ervaart om te kunnen instorten en herstellen, zo bezweken we vrij snel al onder de opgestapelde vermoeidheid van de afgelopen weken. We aten die avond bij Camionette en namen een 6-gangen chef’s choice menu met bijpassend wijnarrangement en bij de derde gang wist ik nog net m’n ogen open te houden. We keken elkaar en beaamden dat we dit weekend het meest uit hadden gekeken om weer ouderwets het klokje rond te slapen. Vol goede moed stapten we in een taxi naar het hotel, we trokken onze pyjama’s aan, poetsten onze tanden en lieten ons vallen op het zachte matras en trokken de lakens tot de lippen aan omhoog en wensten elkaar de meest zalige nachtrust in tijden. Dit allemaal om vervolgens wakker te liggen van het gemis van datgene wat ons normaliter wakker hield. Dit is de vloek van het ouderschap, denk ik. Nooit meer kunnen slapen. Soms omdat je kindje huilt en soms omdat je kindje er een nachtje niet is.
Maar wat ik al zei, ik wist niet precies waar dat verhaal heen moest. En ik heb het te lang laten liggen. En het is ook mijn schuld dat ik gisterochtend dacht ‘shit ik moet wel ff iets schrijven’ en dat het dan juist niet lukt. Ik zat in een hoekje van een koffietent met mijn laptop open. Ik wist niet waar het over zou gaan, maar het zou wel tot me komen. Tot dat er een jongeman naast mij plaatsnam. Zijn Air Force 1 schoenen waren ooit wit geweest, de pijpen van zijn broek net te lang zodat ze mee werden gesleept onder de zolen van zijn Nikes. Ook hij klapte zijn laptop open. Maar helaas was de beste kerel ook stront verkouden. En in plaats van zijn neus te snuiten haalde hij keer op keer zijn neus op en nadat ik me bewust was geworden van zijn gesnuif, kon ik het niet meer negeren. En de rest van de ochtend stond in het teken van de irritatie die ik voelde en de innerlijke strijd die ik met mezelf voerde over het wel of niet aanspreken van dat snotjong.
Uiteindelijk koos ik ervoor om me te verplaatsen. Naar een laptop-vrije tafel. Er zou niks worden geschreven die ochtend, dat was duidelijk. Ik nam nog een koffie en deed een poging om wat te lezen. ‘Schrijvers lezen boeken’ had mijn vrouw gezegd. En ik lees te weinig. Dus ik hoopte dat het lezen me wat inspiratie zou brengen. Spoiler alert - dat gebeurde niet en in plaats van schrijven was ik de rest van de dag geïrriteerd om het feit dat ik niks had geschreven, en dat wat ik wel had geschreven en op Instagram had geplaatst, niet het bereik had gehaald waar ik op had gehoopt. En dan was ik weer daarover geïrriteerd dat ik de mate van succes af liet hangen van likes en engagement en wat een kut gedoe allemaal. ‘Je bent een neppe schrijver, hou ermee op’. Het was allemaal niet gelopen hoe ik het had gepland.
Nou ja dat dus. Daarom geen nieuwsbrief zoals gehoopt. Wel knap dat ik uit niks toch een aardig verhaal heb weten knijpen. Misschien ben ik dan toch een echte schrijver.
Tot volgende week!
The amount of zelf opgelegde pressure is too damn high 🥲
Maar dit is (ook) waarom ik je nieuwsbrief lees. Ik ben geen schrijver, maar de struggle herken ik maar al te goed. Dus ga zo door :)