Voor de tweede keer zitten we op de camping in Tarragona en het heeft er nu al alle schijn van dat dit de camping wordt waar we met het gezin jaarlijks naar toe zullen trekken. Drie jaar geleden, toen we er voor het eerst waren, kwamen we met de camper. Nu zitten we in mobilhome nummer 77, op 78 zitten onze vrienden R en B.
De komende twaalf dagen staan in het teken van zonnen, zwemmen en zorgeloos genieten. Nadat we zijn ingecheckt en we onze koffers en tassen naar binnen hebben gebracht, proppen we ons allemaal in de Ford Focus en gaan we op uitje naar de Carrefour. De winkelwagens vullen we met bier, stokbrood, flessen water, sauzen, tomaten, uien, komkommers en een hele geroosterde kip die we thuis met zak en al in vijf minuten kunnen opwarmen in de magnetron.
Bij terugkomst lopen R en B - bekende gezichten op de camping - nog gauw naar het winkeltje bij de ingang. ‘Ze hebben hier echt een heerlijke natuurwijn, zullen we die even halen? Is een fles voldoende of zal ik er twee doen? Twee he? Ja. Tot straks’
Op nummer 77 wordt R.L naar bed gebracht en zodra ze slaapt neemt M de babyfoon mee naar 78. Daar worden aardappels in breedte door de helft gesneden, en die helften ook weer en die dan ook weer door de helft. In een pan met kokend water worden de partjes kort gekookt alvorens ze in een pan met een royale scheut olijfolie verder worden gebakken. Tomaten in partjes, komkommers in halve maantjes en ui in dunne slierten worden door elkaar gehusseld in een kom met olijfolie, zout, peper en balsamicoazijn. Een bot broodmes scheurt het stokbrood in sneetjes en met een schaar knip ik de kip in tien stukken. Als de aardappels klaar zijn worden ze op een ovaal bord gedumpt en bedolven onder aioli en bravassaus. Op de plastic tafel op de veranda komt alles samen tot een instagramwaardig tafereel. ‘Oh, de wijn!’ De zojuist gemaakt foto’s worden verwijderd en als de fles op tafel staat leggen we het moment opnieuw vast.
Net als we willen beginnen aan onze feestmaal komen we tot de ontdekking dat er geen kurkentrekker in huis is. Een lichte paniek neemt als een onuitgenodigde gast plaats aan tafel en als we heel even overwegen om aan de cerveza te gaan besluit B naar de receptie te lopen om dit op te lossen. Daar wordt ze geholpen door een vrouw die niet kan wachten tot haar shift er op zit en niet zit te wachten op zeikende en zeurende toeristen.
‘Hola’ klinkt het droog.
‘Hola! Uhm, in our bungalow, number 78, we don’t have eh, the thing for the wine’ B legt het uit terwijl ze met haar handen een onzichtbare fles wijn opent.
‘Ah for the wine! Vale, vale, vale’ de medewerkster draait zich om en graait gehaast en gedreven in een la. Wanneer ze omdraait heeft ze een glimlach op haar gezicht en een kurkentrekker in de hand.
‘Un sacacorchos’ zegt ze lachend terwijl ze het stuk gereedschap overhandigt. ‘Muy importante!’
Muy importante. Zeg dat wel.