De hotelkamer was versierd met witte ballonnen en op het bed lag een handgeschreven kaart met felicitaties van het personeel, een reep chocola, twee champagneglazen en - op verzoek van mij - een foto van John Mayer. Op het bureau stond een fles bubbels in ijs waarvan de bedoeling was dat we zouden proosten op haar verjaardag, ons 1-jarig trouwjubileum en op de toekomst. Ik zag hoe haar gezicht straalde, hoe erg ze had gesnakt naar een moment met z’n tweeën voor het eerst in een lange tijd. Dat we dit moment nota bene mochten vieren met een intiem concert van haar grootste idool, John Mayer, in de Ziggo Dome was de kers op de taart. Toen wisten we niet nog niet dat alles binnen een paar uur na het inchecken in duigen zou vallen.
Vijf dagen eerder - zondag
We vierden haar 31ste verjaardag bij mijn schoonouders. Er was slagroomtaart, appeltaart en een cake en we zongen ‘lang zal ze leven’. Daarna volgde nog meer verjaardagsnummers waarvan ik de tekst niet kende. Het was een gezellige boel met vrienden en familie en de kinderen. Ik hield een oog op R die eindelijk weer wat fitter leek na haar eerste bezoek aan de nieuwe opvang, maar ik hield vooral de slagroomtaart nauwlettend in de gaten, hopende dat er wat overbleef voor mij om na zonsondergang van te genieten.
Einde middag was het meeste bezoek al huiswaarts gekeerd. Ik zette de laatste spullen en overgebleven boodschappen - waaronder maar liefst nog acht stukken slagroomtaart - in de auto en liep terug om afscheid te nemen. Met nog drie kwartier te gaan tot ik het vasten mocht verbreken fantaseerde ik gulzig over waar ik me allemaal aan tegoed ging doen. Ik werd uit mijn fantasie gerukt met acht woorden waar ik over vijf dagen in de hotelkamer aan terug zou denken.
‘Ik voel me alsof ik ziek ga worden.’ zuchtte ze terwijl ze met haar hoofd tegen het raam rustte.
Vier dagen eerder - maandag
Een gebroken nacht en een zieke baby. Ik belde naar de opvang en vertelde dat R toch niet fit genoeg was voor haar tweede wendag en dat ik haar liever nog een dagje thuis hield. M zag er bleek uit maar dat weten we aan vermoeidheid en ze vertrok met goede hoop richting haar werk. Op de bank kreeg ik het eerste signaal van een rampzalige week in de vorm van 100ml uitgespuwde opvolgmelk over me heen. Nog voor het einde van de ochtend kwam het tweede signaal binnen in de vorm van WhatsAppjes met heel veel huilende emojis.
‘Kun je me alsjeblieft ophalen van werk? Ik voel me zo slecht.’
Een dag eerder - woensdag
Ik sliep maandag op dinsdag en dinsdag op woensdag op de bank. Met het naderende nachtje weg in aantocht wilde ik er alles aan doen om kruisbesmetting te voorkomen. Inmiddels was ik al twee keer met R naar de huisarts geweest. Ze dronk niet en ze at niet en ze had al 12 uur geen natte luier gehad. Voor first time parents reden tot paniek.
M ging ook bijzonder slecht. Ijlend en rillend lag ze voor slechts enkele minuten aan een stuk in bed voordat ze weer richting de badkamer moest sprinten. Aan het begin van de avond leek de rust weder te keren. De ORS en paracetamol hadden R geholpen. Ze dronk weer kleine beetjes en ze leek de gebroken nachten in te halen. Ook M leek op te knappen. Alleen midden in de nacht volgde nog een aanval. Ik stond een uur aan bed met een klaarwakkere R in m’n armen terwijl M krom lag van de pijn. ‘Bel het ziekenhuis’ zou ze meerdere malen herhalen. Toen verdween de pijn weer. Ze bracht R in slaap en ik vertrok naar de bank.
Donderdagmiddag
We begonnen rustig aan de ochtend. Iedereen voelde zich weer als vanouds. Oma kwam net na de middag aan en M en ik stapten de auto in richting Amsterdam. M was opgelucht en ik zag hoe de energieke vrouw die ik ken weer langzaam terugkeerde. We reden in stilte de snelweg op. Het liefst bleef ik heel de rit stil. Ik keek op tegen haar onvermijdelijke vraag aan mij, waarom ik zo stil was en wat er scheelde. En ik durfde haar niet te vertellen dat de rillingen over m’n lijf liepen en dat ik aan het vechten was tegen de misselijkheid die in mij was ontwaakt sinds die ochtend.
Bij het hotel vroeg ik de jongeman aan de balie om onze reservering in het restaurant te annuleren. We hadden iets meer dan een uur vertraging gehad op de weg en wilden graag de tijd nemen om te genieten van ons verblijf. De kurk van de fles bubbels werd geknald en de glazen ingeschonken, daar bleef het ook bij, een symbolische toast. Na een snelle duik in het zwembad keerden we terug naar de kamer en bestelde we roomservice. We aten op bed in onze badjassen en keken naar het geniale The Vince Staples Show. Voor M was het het haar eerste maaltijd in drie dagen en dus legde ze na een paar happen haar bestek al neer. ‘Ik moet het even rustig aan doen. Just in case’. Ik at door terwijl ik de krampen in mijn maag negeerde. Niet vanavond, zei ik tegen mezelf, niet vanavond.
Die avond
Het noodlot sloeg toe toen we op het punt stonden te vertrekken. Het eten had onze misselijkheid en darmkrampen gevoed en we moesten nog een paar keer om en om gebruik maken van het toilet. Niet vanavond, herhaalde ik nog eens. Suck it up. Toen we dachten dat het voorbij was vertrokken we alsnog richting het concert. Hier hadden we een jaar op gewacht. Nota bene tweehonderdvijftig euro voor neergelegd. Dit gingen we niet missen. De weg was rustig en de navigatie leidde ons zonder problemen naar P2. De jolige verkeersleider wees ons een parkeervak toe en zodra ik de motor uit had gezet greep M naar haar buik en keek ze me aan met paniek.
We reden terug naar het hotel. Bij aankomst op de kamer deponeerde ik vrijwel direct het avondeten in het toilet. Daarna deed M hetzelfde. Verslagen keken we naar elkaar. We wisten allebei dat we niet naar John Mayer gingen. Ze huilde en ik probeerde haar te troosten tussen mijn bezoekjes aan het toilet door. Ik voelde me koortsig en misselijk. Ik ging op bed liggen terwijl M zich omkleedde en wanhopig met haar vriendinnen appte. Ik dacht terug aan zondag. ‘Ik voel me alsof ik ziek ga worden’ had ze toen gezegd. En hier lagen we nu allebei, doodziek in onze hotelkamer.
Op een paar kilometer afstand speelde John Mayer een van z’n zeldzame Nederlandse shows. In een uitverkochte Ziggo Dome waren twee zitplaatsen onbezet. Ik viel in slaap met mijn kleren aan en vreesde de volgende dag, omdat ik wist dat het ergste van het ziek zijn nog moest komen.
😢❤️
Oef wat een pech. Beterschap!